LIDY PETERS
Na jaren onderwijservaring in de creatieve vakken aan middelbare scholen in Nederland en italiaanse studie in Utrecht ben ik in 1990 naar Rome gekomen en hier vanaf 1994 werkzaam in de productie van vooral tv documentaires maar ook film en tentoonstellingen in heel Italië.
Door mijn kennis van ’s lands taal en cultuur, vooral de plaatselijke burocratische cultuur, worden vergunningen verkregen en het werkplezier vergroot.
28 mei 2011 in Nieuws uit Italië
Voorgoed in Italië wonen, zodra je een voet op Italiaanse bodem hebt gezet wil je niet anders meer. Zo verging het mij, zo verging het al mijn vrienden die me kwamen opzoeken of waarmee ik delen van Italië verkende, zo verging het vele anderen en zo zal het nog heel veel anderen vergaan…
Renate van der Bas zocht voor het boek Italië voorgoed – portretten van blijvers een aantal Nederlandse gezinnen en eenlingen op die al vele jaren wonen in de georganiseerde chaos die Italië heet. Ze houden van het land, maar zitten er inmiddels ook lang genoeg om erop te mogen schelden. Verplichte kost voor iedereen die droomt van een leven tussen de olijfbomen en de Romeinse tempels!
Een van de geportretteerden is Lidy Peters (geboren in 1952 in Boxmeer). Tot haar 38e was Lidy docente handvaardigheid en pottenbakster in Nederland. Ze vertrok in 1990 voor een jaar naar Rome, om er de taal te bestuderen. Na terugkomst in Boxmeer kon ze er niet meer aarden. Ze zegde haar baan op, verhuurde haar huis en vertrok opnieuw naar de Eeuwige Stad, en nu voorgoed. Ze werkt er als taallerares, maar is inmiddels ook hét Romeinse aanspreekpunt voor omroepen als de KRO en de RKK. Ze helpt hen bij de productie van tv-uitzendingen en filmt de laatste jaren ook zelf reportages.
In Italië Voorgoed vertelt ze: ‘Als je in deze prachtige stad mag wonen en werken, word je onderdeel van een eindeloze geschiedenis. Zo veel mensen hebben hier hun sporen achtergelaten. Soms glijd ik met mijn hand over een muur en dan voel ik stenen die tweeduizend jaar geleden door een andere Romein op elkaar zijn gestapeld. Dat je die hier en nu kunt aanraken, waardoor je in feite de tijd stilzet, dat vind ik fascinerend. Ik vind het mooi dat bouwwerken hier lang mogen blijven staan. Nederland is zo’n wegwerpmaatschappij geworden. Alles moet er steeds maar op de schop en volgens mij leidt dat er toe dat mensen gemakkelijker onthecht raken van hun omgeving.’
Lidy Peters
Toen Lidy in Rome kwam wonen, had ze niet meteen in de gaten dat de sociale omstandigheden zo verschillend zijn. ‘Ik kende een paar vrolijke studenten en ging er zonder meer vanuit dat hun situatie vergelijkbaar zou zijn met die van Nederlandse studenten. Totdat ik erachter kwam dat ze vrijwel allemaal hun kamer moesten delen met twee of drie medestudenten, omdat het studeren anders niet te betalen was. Dat kunnen we ons in Nederland toch niet voorstellen, met z’n drieën op een kamer? Door in Italië te gaan wonen, ben ik me veel bewuster geworden van de grote verschillen die in Europa bestaan. Je kan hier in het café een barman van tachtig jaar oud treffen. Sommige mensen moeten tot hun dood werken om niet dood te gaan.’
Lidy ontdekte dat de rooms-katholieke kerk in Italië heel belangrijk is voor de maatschappelijke organisatie. ‘Ik zeg zelfs: dankzij de kerk stelt dit land nog wat voor. De kerk heeft hulpprogramma’s voor de armen, de religieuzen vangen de daklozen op. Ik ken zustertjes die meteen naar de aardbeving van L’Aquila ’s nachts in de auto stapten met alles dat ze mee konden nemen, om te gaan helpen. Natuurlijk zijn er ook geweldig particuliere initiatieven. Ik heb in Palermo een artsenechtpaar geïnterviewd, twee chirurgen, die allebei korter zijn gaan werken, om in hun vrije tijd maaltijden te koken voor de minder bedeelden. Hoe dan ook: de staat regelt dit soort dingen niet.’
De laatste dagen van paus Johannes Paulus II en de verkiezing van de nieuwe paus, in 2005, waren voor Lidy een intense periode. ‘Zolang de paus nog in het ziekenhuis werd behandeld, wisten we dat het nog redelijk goed ging. Op een avond werd het reguliere tv-programma onderbroken en meldde het Vaticaan: de paus is ziek, maar hij gaat niet naar het ziekenhuis. De intimi wisten meteen: this is it. De journalisten stroomden toe. Op het plein stonden ploegen van de EO, journalisten van het AD. Het was fascinerend om te zien hoeveel mensen de stervende paus op de been wist te brengen. Twee dagen later was hij dood.
Met Stijn Fens interviewden we Monseigneur Kasteel, een belangrijke persoon in het Vaticaan, en die vroeg me opeens: ‘Willen jullie hem zien?’. We zeiden natuurlijk ja. Voordat ik het wist stond ik in de eerste rij met rouwenden, nog voor Berlusconi. Vrij gênant was, dat ik roze gympen droeg. Al dagenlang hulde ik me in zwarte kleding, om altijd voorbereid te zijn op welke ontmoeting of welk evenement dan ook, maar precies die dag deden mijn nette schoenen me zo veel pijn, dat ik even iets makkelijkers had aangetrokken. Fout! Stond ik daar bij de opgebaarde paus met roze gympen aan. Dat zou ik wel over willen kunnen doen. Je kon zien dat de paus had geleden, zijn gezicht zag er erg strak en gespannen uit. Maar het was een heel intiem moment. Naast de kist stonden de zusters die al die jaren voor hem hadden gezorgd. Dat was volgens mij nooit eerder gebeurd, dat die vrouwen aanwezig waren bij de condoleance. Ze werden behandeld als familieleden. Ik vond het heel aandoenlijk.’
Lidy voelt zich helemaal thuis in Rome: ‘Alles bij elkaar voel ik me zeer bevoorrecht dat ik in Rome mag wonen. Ik ben hier gelukkig. Ik hou van de stenen om me heen. Als ik later 95 ben en ik doe mijn ogen dicht, dan zie ik die stenen vast nog voor me. Ik ben nog steeds ontroerd als ik langs het Colosseum rijd. […]
Laatst kreeg ik nog een e-mail van iemand, die me schreef: ik wil zo graag journalist worden in Rome, hoe doe ik dat? Nou, denk ik dan: wat dacht je van gewoon beginnen?’
Of misschien eerst Lidy’s volledige verhaal in Italië voorgoed lezen – plus de andere portretten van mensen die de stap waagden en inmiddels in Italië een thuis hebben gevonden!